Ga direct naar de hoofdnavigatie Ga direct naar de content
Tekstgrootte: a a
Contrast:

Eerst vrijwilliger, nu een betaalde baan

Man in rood uniformjasje maakt schoon met gele poetsdoek

‘Ik ga hier nooit meer weg.’

 

Frank Albrecht (57) had altijd keihard gewerkt. In 2014 kwam hij na een val van een steiger thuis te zitten. Hij kreeg zijn spierkracht terug, maar werken in de bouw zat er niet meer in. Zijn buurvrouw tipte hem voor Vreugdehof. En toen…

‘Een gelukkige ingreep van het lot,’ zo noemt Frank Albrecht het zelf. De oud-steigerbouwer, geboren in Leipzig, voelt zich in Vreugdehof totaal op zijn plaats. Als teamondersteuner doet hij het praktische werk rondom de zorg. Bedden opmaken, de gang moppen, helpen in de keuken, koffie en thee rondbrengen, mensen verplaatsen. Ook bij de technische dienst werkt hij nog een halve dag. En als het nodig is, helpt hij op zondag als vrijwilliger. Met plezier? ‘Natürlich!’

Elke maand 150 Ostmark

Het verhaal van Frank begint in Leipzig, Oost-Duitsland. Een gezin van elf, lieve moeder, boze vader. Zodra Frank kon, is hij het huis ontvlucht en gaan werken. Als kolensjouwer. Hij sjouwde eerst een halve emmer aan elke hand, al snel werden dat er twee. ‘Mensen keken. Hoe doet hij dat?’ Hij was pas elf. Terwijl zijn broers en zussen zakgeld kregen, bracht hij elke maand 150 Ostmark naar zijn moeder.

Tot de dag van vandaag gaat al zijn spaargeld naar haar en wat andere familieleden. Voor zichzelf heeft Frank weinig nodig. Via het leger en een kort huwelijk kwam hij in Amsterdam in de steigerbouw terecht. De pezige Duitser en zijn maat van twee meter zeven deden samen het werk voor zes, tot plezier van de baas. Toen kwam die dag, na 24 jaar buffelen. De val door een gat in de steiger. Daar gaat mijn leven, dacht Frank. Hij zag zijn jeugd, zijn moeder, zijn collega. Zou die het redden in zijn eentje? Frank overleefde, maar zijn schouder was kapot. Zijn arm, zo bleek later, zat nog maar aan één pees vast.

Verlies verijdeld

Door operaties en onvermoeibaar trainen kreeg Frank zijn spierkracht terug. Maar werken in de bouw was onmogelijk. Hoe ontroostbaar hij toen ook was, hij is er nu alleen maar gelukkig om. ‘Ik had mezelf dood gewerkt.’ Een gouden kans deed zich voor toen de buurvrouw hem tipte voor Vreugdehof, waar hij als vrijwilliger mee kon draaien in de technische dienst. Eindelijk weer ouderwets ertegenaan! Franks inzet werd zo gewaardeerd, dat toen hij eind vorig jaar een betaalde baan als verkeersregelaar kon krijgen, er bijna paniek uitbrak in Vreugdehof. Frank weg? Dat kan niet! Met een contract kon het verlies verijdeld worden. Frank Albrecht is er nog, tot ieders blijdschap, met een baan. ‘Zie je wel,’ zegt hij, ‘het kan. Je moet gewoon stinkend je best doen, dan lukt het. En hoe ik de toekomst zie? Rozig. Ik ga hier nooit meer weg.'

Frank was al langer 36 uur per week als vrijwilliger werkzaam in Vreugdehof. Omdat de samenwerking naar grote tevredenheid verliep kreeg hij aansluitend een jaarcontract aangeboden als afdelingsondersteuner.